Vaak zie je, dat wanneer een gebouw onder architectuur is gebouwd, daarna de gebruiker het verder gaat inrichten.
De betrokken architect heeft zijn werk en opdracht afgerond en de eigenaar van het pand, zorgt verder voor inrichting van de omliggende terreinen, de inrichting en aankleding. Verder wordt er -bij een bedrijfspand- nog een bord op de muur of in de tuin geplaatst en bewegwijzering in het gebouw.
Op basis van de huisstijl en identiteit van de gebruikende organisatie, worden borden, reclamezuilen en/of lichtbakken gemaakt en daar geplaatst waar nodig geacht.
Er wordt dan al te vaak voorbij gegaan aan de sfeer, materiaal- en kleurgebruik en dus identiteit van het gebouw zelf, die de drager is van de uitingen als het ware. Door die volgorde van werken is het eindresultaat vaak uit balans.
Wanneer de architect nog wel betrokken is, ook bij de details en afwerkingen van het gebouw, kan het zo zijn, dat alles in dienst gaat staan van het basisontwerp, waarbij signing mogelijk niet tot zijn recht komt of het doel voorbij schiet.
Belangrijk is -volgens mij- om de zaken in balans te houden. Dit kan eenvoudig door de stappen te volgen, die elkaar logischer wijze opvolgen. Wanneer een gebouw wordt ontworpen en ontwikkeld is dat de eerste stap. Als deze gebruiksklaar is opgeleverd, is nagedacht over kleuren, materialen, etc. Het resultaat daarvan is dan zichtbaar, wanneer de vervolgstap dan signing is, zijn er twee belangrijke factoren om rekening mee te houden;
1. de identiteit van de organisatie
2. de identiteit van het gebouw
Voor een uiteindelijke bezoeker zal het ook als zodanig worden beleefd en ervaren. Ook zal de signing door deze mix van elementen en uitgangspunten tijdloos zijn.
![](http://pixel.wp.com/b.gif?host=reclamearchitect.com&blog=17502183&post=1967&subd=reclamearchitect&ref=&feed=1)