Voor het plaatsen van handelsreclame is een vergunning nodig. Inmiddels in bijna alle Gemeentes valt dit tegenwoordig onder een bouwvergunning, terwijl voorheen een reclamevergunning nodig was.
Regelmatig komt het voor dat een vergunning wordt afgewezen, omdat deze (bewust) met te grote maatvoeringen worden ingediend of een overdaad aan uitingen, om bij een afwijzing te verkleinen als een soort van wisselgeld-methode, dat leidt tot een soort van frustatie bij de behandelende Welstandscommissie.
Dan wordt van te voren door een organisatie informatie ingewonnen over de betreffende Gemeente en op basis daarvan al dan niet groter of meer aangevraagd dan gewenst. De achterliggende gedachte is vaak eenzijdig en bijvoorbeeld alleen gericht op identiteit van de organisatie en minder op de architectuur van het pand. Geheel is dus niet helemaal in balans en nodigt daarmee tot uit discussie.
Wanneer je volgens mij een plan wel in balans hebt, dus rekening gehouden met de andere facetten als gevel, architectuur, doelgroep, marketing etc. en daarmee een kloppend geheel realiseert en dit motiveert en toelicht bij een Welstandscommissie wijkt men in 90% van de gevallen zelfs af van haar eigen Reclamebeleid om toch een vergunning af tegen voor een specifiek project.
Immers het Reclamebeleid en vergunningenstelsel is niet bedacht om problemen te cre-eren, maar om een soort van evenwichtig straatbeeld te creëren en te behouden. Daarom ben ik een voorstander van een strikt Reclamebeleid. Wel is het belangrijk dat de behandelaars dit ook zien als een richtlijn, waarvan afgeweken moet kunnen worden als er specifieke argumenten zijn om van het beleid af te gaan wijken.
